Hebt u het gelezen in het vorige maandblad? Ds. Kruithof heeft geen huistelefoon meer, maar hij is alleen nog maar mobiel te bereiken.Toen wij als voorgangers, na onze vakanties, elkaar voor het eerst ontmoetten kwam hij binnen met z’n gebruikelijke gereedschap: een bijbel en een agenda.Maar daarnaast liet hij ook vol trots z’n nieuwe aanwinst zien: zo’n apparaat in een fraai leren hoesje waar je zelfs mee schijnt te kunnen bellen. Nu wil het toeval – toeval bestaat niet volgens geleerden – dat ikzelf ook sinds kort de trotse eigenaar ben geworden van een I-phone. Denk nu alsjeblieft niet dat ik de dominee heb na-geaapt. We wisten het gewoon niet van elkaar,maar de overeenkomst tussen het toestel en het hoesje is verbluffend. Niet de dominee, maar mijn vrouw en kinderen hebben me overgehaald. Mijn kinderen vonden het toestel waarmee ik voorheen mobiel trachtte te bellen meer weg hebben van een flinke koelkast dan van een mobiele telefoon: “dat kan ècht niet meer, pa!” En Marja was het ook al helemaal zat.Met een mobiele telefoon in je ene broekzak en zo’n prop van een zakdoek en een sleutelbos in de andere loop je als ‘veurganger’ finaal voor schut. Bovendien hebben alle broeken die ik draag de neiging om op de plek waar m’n mobiel meestal zit van die kale plekken te vertonen. Ongepast, dat begrijpt u. En nog ongepaster dat ik me er nauwelijks iets van lijk aan te trekken. Maar nu wordt alles anders. De I-phone die ik heb aangeschaft past namelijk onmogelijk in m’n broekzak. Dus met de kleding moet het vanaf nu goed komen. Maar omdat ik ook al niet tot het type voorganger hoor, dat ’s zomers zichzelf kastijdt door in een colbertje te lopen, sjouw ik meestal wat onwennig met het ding in m’n hand rond, samen met, u raadt het al, m’n agenda en m’n bijbel. Inmiddels ben ik driftig aan het oefenen. Want het schijnt gemakkelijk te zijn, zegt iedereen. En inderdaad, sinds ik ongeveer de hele zomervakantie heb doorgebracht in een hoekje, met m’n leesbril op, de tong uit de mond, af en toe iemand bellen zonder dat het echt de bedoeling was, ben ik nu zover dat ik er vrolijk op los app (zo heet dat geloof ik). Hoewel het nog wel eens gebeurt dat ik met m’n dikke vingers verkeerde letters aansla op het minuscule toetsenbordje, en zodoende Russische onuitspreekbare woorden tevoorschijn tover op het scherm, begint het er nu langzamerhand aardig op te lijken. Eén van de kinderen heeft een groeps-app aangemaakt en nu gaat er heel wat kostbare tijd verloren - tijd die ook besteed had kunnen worden aan het bestuderen van ernstige bijbelcommentaren - met onnozel gezwam, zoals in ons gezin nogal vaak schijnt voor te komen. Ik hoop trouwens niet dat ik met deze ontboezemingen van mijn voetstuk val, want voorgangers en hun kinderen hebben geen bijzondere genen, alsof alles wat in andere gezinnen wèl voorkomt bij voorgangers nìet gebeurt. Ons is echt niets menselijks vreemd. Nu zijn er fanaten die beweren dat je de I-phone ook heel makkelijk als agenda kunt gebruiken. Ik waag me er nog niet aan. Zolang ik nog wordt uitgelachen tijdens kerkenraadsvergaderingen – waar is het respect gebleven - als ik voor de zoveelste keer m’n document kwijt ben op m’n laptop, en iedereen minuten lang moet wachten tot ik het weer tevoorschijn getoverd heb, zie ik met zo’n I-phone-agenda de bui al hangen: “even wachten hoor, ik heb het zo gevonden…..o nee, toch niet…..momentje…...hè, ik dacht toch echt dat ik het had opgeslagen…..” Jullie voelen het wel, ik houd het voorlopig bij m’n jaarlijkse Sinterklaascadeau, een Hema-agenda met weekoverzicht. Gewoon zo eentje van papier waar je met een pen in kan schrijven. Niet echt origineel, ik geef het toe. Het enige dat jaarlijks verandert is de kleur en het jaartal. Dit jaar vraag ik, denk ik, maar eens een zwarte. Tenminste als het nog mag. Want misschien geldt voor agenda’s wel hetzelfde als voor Pieten. Die mogen immers ook al niet meer zwart zijn.
0 Comments
Leave a Reply. |
columns van peter
November 2024
|