Het moet ongeveer in de eerste week van het jaar 2000 geweest zijn dat er in ons gezin een verandering plaatsvond: een puppy. Een pluizig bolletje wol met van die zielige ogen waar je bijna niet boos op kunt worden, dat kan alleen een Golden Retriever zijn. Maar er veranderde meer. Want het bolletje wol zorgde ook voor grote gaten in de tuin, een kapot zeil in de bijkeuken, vieze poten op de vloer en haar, overal haar. In een jaar tijd veranderde het bolletje in een kalf, maar de ogen bleven hetzelfde. Natuurlijk moest het bolletje ook een naam hebben. In een Agapè-gezin waar de kinderen bijbelse namen hebben en de cavia zelfs Simson heette lag natuurlijk een bijbelse naam voor de hand. Verschillende suggesties werden besproken. Hannes of Kobus – een vernoeming naar de zonen des donders Johannes en Jakobus - zou toepasselijk zijn, maar uiteindelijk kwamen we op Kaleb. Te meer ook omdat deze naam ‘hond’ betekent. Gestructureerd als de vrouw des huizes is, verscheen er aan het keukenkastje naast het afwasrooster al snel een honde-uitlaat-rooster. Toen in de loop der jaren de kleine Hartkampjes groot werden en hun eigen nestjes gingen bouwen verdween dit rooster echter weer en was de heer des huizes om de een of andere onverklaarbare reden de enige die nog in aanmerking kwam voor een twee-maal-daagse wandeling. Ondertussen bleek Kaleb een echte goedzak te zijn. Niet echt een waakhond, een allemansvriend. Behalve voor de egels dan. Kaleb bleek niet veel ontzag te hebben voor het feit dat een egel een beschermd diersoort is en beet er geregeld één dood. Onvoorstelbaar hoe hij in het pikkedonker in staat was de struiken in te duiken en er dan vervolgens met een egel in zijn bek weer uit te voorschijn te komen. Zoals het een Golden Retriever betaamt hield Kaleb van water en modder. En dat was meestal goed te zien aan het eind van de gehoorzaamheidstraining. Vaak was het zo dat hij aan het eind van de training meer weg had van een varken dan van een hond. De lucht die hij daarna in de auto verspreidde is onvergetelijk (volgens de vrouw des huizes onverdragelijk). Kalebs liefde was onvoorwaardelijk. Als zijn baasje na weer een mislukte preek thuiskwam, met het gevoel dat de hele wereld hem niet meer zag zitten :-), dan was dat voor Kaleb altijd een reden om hem kwispelend en enthousiast te begroeten en als het baasje het goed vond was hij zelfs bereid om zijn kwijlerige bek op de knie van zijn zondagse pak te leggen. Eind september werd onze bejaarde Kaleb niet fit. Hij at niet meer en kon zelfs af en toe niet meer op zijn poten staan. Met de nodige moeite heeft zijn baasje het kalf in de mand getild. Op maandag 1 oktober had zijn baasje het voornemen met hem naar de dierenarts te gaan. Het was niet meer nodig. ’s Morgens vroeg lag hij in zijn mand, het was of hij sliep, zoals altijd één oor over de rand, maar hij was dood. Na bijna 13 jaar van ons gezin te hebben deel uitgemaakt laat hij een lege plek achter. Eerlijk gezegd heeft zijn baasje het altijd wat overdreven gevonden hoe mensen omgingen met het verlies van een huisdier. En nog altijd probeert hij daar nuchter naar te kijken. Een hond is een hond. Maar toch….het voelt wel leeg, ondanks alle vieze pootafdrukken en hondenharen, ondanks die stank in de achterbak van de auto, het was wel een kanjer. Ik vermoed dat je een hondenliefhebber moet zijn om dat te snappen. Maar omdat hij zo’n kanjer was vind ik dat hij nog één keer een plekje in deze column verdient.
0 Comments
|
columns van peter
November 2024
|