Op de eerste dag na het opheffen van de anderhalve-meter-maatregel lees ik in het nieuws dat we nu met z'n allen zijn getroffen door een zogenaamde snotgolf. Het schijnt dat we door de coronamaatregelen ons afweersysteem een beetje te lui hebben gemaakt en nu we weer en masse in elkaars nabijheid mogen komen zijn we ook meteen begonnen met elkaar naar hartenlust te besmetten met allerlei gewone verkoudheidsvirussen. Ook ikzelf heb op het moment van schrijven met een flinke verkoudheid te dealen. Door me zorgvuldig aan de voorschriften te houden heb ik zowel corona als alle andere griepjes lang buiten de deur weten te houden, maar nu ik me langzaam aan permiteer er wat vrijer mee om te gaan ben ik de pineut. Voor het eerst in dertien jaar heb ik tot mijn grote ergernis spreekbeurten en bezoeken moeten afzeggen. Ik kan niet eens zeggen dat ik me heel ziek voel, ik word slechts gehinderd door die snotgolf, waarvan, zo blijkt nu, heel wat landgenoten hinder ondervinden. Maar m'n afweersysteem heeft het er knap lastig mee en hoe langer het duurt, hoe meer ik zelf ook m'n geduld verlies. In een samenleving die gewend is geraakt om in je elleboog te niezen is hoesten, kuchen en uitvoerig je neus snuiten zowat een misdaad tegen de menselijkheid. Als bovendien bij elk woord dat je zegt hoorbaar is dat je door een of ander snotvirus getroffen bent, dan kun je niet anders dan met je gesnif en gesnuit bij anderen uit de buurt blijven om vooral de verwijtende blikken en kritische opmerkingen te ontlopen van je op gezondheid gefocuste medemens. Behalve dat mijn fysieke afweersysteem weer op gang moet komen merk ik dat dit ook geldt voor m'n geestelijke afweersysteem. En ook daarin ben ik niet de enige. Heel onvolwassen klaag ik steen en been over m'n moeilijke leven terwijl ik de ene na de andere zakdoek vol snot, totdat ik op een moment van eerlijke zelfreflectie moet toegeven dat ik me eigenlijk verschrikkelijk zit aan te stellen. Het wordt tijd om mezelf weer wat aan te pakken en me te trainen in het leren omgaan met een kleine tegenslag als een snotgolf. Ik merk dat het coronatijdperk ook hier en daar in de kerk de rek uit ons incasseringsvermogen gehaald heeft. Bij tegenslagen waarbij we onze zin niet krijgen wordt links en rechts wat afgesnotterd. Tijd voor eerlijke zelfreflectie lijkt me zo. Voor mezelf kwam ik in ieder geval tot de conclusie dat mijn gesnotter in het licht van de echte wereldproblematiek niets anders is dan vragen om aandacht en aanstellerij en dat ik door op te houden met te jammeren over mijn kleine ongemakjes heel wat prettiger gezelschap ben voor mijn omgeving. Zelfreflectie was voor mij het toverwoord, het heeft mij geholpen en geloof me, het wordt er een stuk gezelliger van. Dus daarom is mijn advies in deze column voor iedereen die smacht naar een beetje gezelligheid: Kijk alsjeblieft ook eens wat vaker in de spiegel van je Maker!
1 Comment
|
columns van peter
Mei 2024
|