Het moet in het najaar van 2014 geweest zijn dat ik in het maandblad vol trots verteld heb dat ik er helemaal bij hoor sinds ik de eigenaar van een I-phone ben geworden. Een I-phone is zo’n apparaat waar je niet alleen mee kunt bellen, maar je kunt er ook mee whatsappen, facebooken, internetten, foto’s maken, de route vinden, muziek luisteren, zelfs bijbellezen en nog veel meer. Wie één keer een I-phone heeft, kan vanaf dag één ook niet meer zonder. Ik moet zelfs bekennen dat ik eens in paniek halverwege Wezep rechtsomkeert heb gemaakt toen ik ontdekte dat mijn geliefde speeltje nog thuis in m’n werkkamer lag. En zonder I-phone op pad gaan was simpelweg geen optie. Maar op een kwade zondagmorgen werd ik acuut met m’n neus op de feiten gedrukt toen ik met weemoed afscheid moest nemen van mijn geliefde digitale metgezel. Het begon allemaal zo vreedzaam. Zoals iedere zondag had ik in alle rust ’s morgens vroeg de preek nog eens doorgenomen, waarna vrouwlief en ondergetekende op vredige wijze genoten van het ontbijt met twee mokken koffie. Klokslag tien over negen maken wij ons vervolgens op om richting Oldebroek te vertrekken. Terwijl ik me richting de auto begeef, maakt mijn geliefde echtgenote zoals gewoonlijk om de één of andere onverklaarbare reden nog even een rondje door het huis en legt de kussens recht in de zitkamer voordat ze in de auto stapt. Ik loop alvast naar buiten, met in mijn handen de preek, de bijbel, m’n bril, de autopapieren en de I-phone. Niets aan de hand. Bij de auto gekomen leg ik mijn colbertje op de achterbank, om te voorkomen dat de gladgestreken rug van m’n jasje in een wasbord verandert. Ook de andere spullen gaan op de achterbank, behalve mijn autopapieren en I-phone. Die moeten straks in het dashboardkastje gelegd worden. Terwijl ik m’n jasje uitdoe leg ik deze attributen nog even op het dak van de auto. Ook nog niets aan de hand, dat doe ik wel vaker. Maar deze keer gaat het mis. Terwijl ik in gedachten al ongeveer op de preekstoel in Oldebroek sta, laat ik m’n geliefde I-phone met autopapieren op het dak van de auto liggen en rijd nietsvermoedend met gejubel en gejuich richting Oldebroek. Het was pas ruim twee uur later, na afloop van de dienst, dat we onder onze veranda een verpulverde I-phone, een kromgebogen rijbewijs en een betaalpas in twee stukken terugvonden. Met dank aan de eerlijke vinder, dat wel natuurlijk. Maar vol afschuw moest ik ontdekken dat m’n speeltje geen enkel teken van leven meer gaf. Foto’s kwijt, adresboek verdwenen en per direct niet meer bereikbaar. ”Je moet ook kopieën maken” vertelden de geleerden me, "je kunt het opslaan in de ‘cloud’ (Engels voor wolk), dan blijft alles bewaard". Te laat. Het kwaad is geschied. Kopiëren leek me onnodig. Na enige inspanning mag ik opnieuw eigenaar zijn van een nieuwe I-phone. Ook is mijn adresbroek weer redelijk op orde. En inmiddels weet ik zelfs hoe ik ‘in the cloud’ kan opslaan. Een harde les. Een lesje in afhankelijkheid. Waar zit je aan vast. Je kunt denken dat je je aardse zaakjes goed voor elkaar hebt. Totdat het misgaat en je ontdekt dat je het ‘hoger op’ had moeten zoeken.
1 Comment
|
columns van peter
September 2024
|