Een dubbeltje kostte het maar. Een zakje ‘zwartwit’. In m’n jonge jaren kocht ik dat wel in het snoepwinkeltje op de hoek. Ik weet niet of het nog te krijgen is, zo’n klein plastic zakje met dropachtig poeder waar je heel lang op kon sabbelen. Tegenwoordig kom ik het bij onze kleinkinderen in ieder geval niet meer tegen. Maar het begrip ‘zwartwit’ kom ik daarentegen meer tegen dan me lief is. Het was in 1984 dat in Nederland de Frank Boeijen Groep een lied uitbracht met dezelfde titel: zwart wit. “Denk niet wit, denk niet zwart, denk niet zwart wit, maar in de kleur van je hart”. Toen, in 1984, was ik jong volwassen en zoals veel jongeren dacht ik precies te weten hoe de wereld in elkaar zat. Tamelijk zwart wit dus. Voor mij betekende dat, als gelovig mens, dat ik een haarscherp onderscheid wist te maken tussen waarheid en leugen, tussen goed en kwaad. En de valkuil is dan dat je met je radicale overtuigingen anderen de maat neemt, met je, door jezelf uitgevonden, meetlat. Het lastige is ook nog dat je met je stevige standpunten meende de Almachtige een gunst te bewijzen. Terugkijkend vraag ik me wel eens af of ik met m’n goedbedoelde radicaliteit wel altijd even goed reclame hebt gemaakt. Bij het ouder worden mocht ik leren dat er ook zoiets als nuance bestaat. Hoewel heel veel standpunten nog steeds m’n heilige overtuiging zijn, heb ik de meetlat aan de kant gegooid en probeer ik wat meer in de ‘kleur van m’n hart’ te denken (Frank Boeijen bedankt). In één van m’n favoriete bijbelteksten schrijft Paulus dat we ons in liefde aan de waarheid moeten houden (Efeziërs 4:15). Er is niets mis met overtuigingen, maar er is wel iets mis met liefdeloos de meetlat hanteren en mensen met andere meningen te cancelen. Ach, het zwart witte denken zal wel een beetje horen bij jongvolwassenen. Maar wat me wel zorgen baart is dat in onze maatschappij het niet zo erg wil vlotten met het volwassen worden. Er lijkt meer en meer een cancelcultuur te ontstaan. Politieke debatten zijn vaak zwart wit geworden. En op sociale media zijn de reacties vaak zéér zwart wit. De nuance ontbreekt. Een paar voorbeelden? - In coronatijd werd de overheid gezien als een tegenstander die vergif in je lijf wil spuiten en erop uit is jouw vrijheid te ontnemen met allerlei preventieve, onplezierige maatregelen. - Wie begrip wil opbrengen voor gekleurde medelanders, van wie de voorouders slaaf geweest zijn van blanke Europeanen, en daarom instemt met roetpieten, is respectloos naar onze ‘rijke Nederlandse cultuur’. - Wie zich zorgen maakt over het milieu en de noodzaak van maatregelen inziet, is daarmee meteen een vijand van onze boeren geworden. - Wie bange, vluchtende mensen een veilige plek wil bieden heeft geen oog meer voor de woningnood onder het ‘eigen volk’. En zo lijkt de zwartwittigheid op heel veel fronten te zijn toegenomen in ons over het algemeen best wel aangename kikkerlandje. Maar als we het aangenaam willen houden dan lijkt het me nodig dat we in het gesprek met andersdenkenden wat meer ‘de kleur van ons hart’ laten meewegen. Natuurlijk hebben we allemaal onze eigen waarheden en onze eigen overtuigingen. Maar wat zou het een verademing zijn, dat we leren van de Grondlegger van onze, op het christendom gebaseerde, samenleving. Dat we elkaar niet hardhandig de oren wassen, maar dat we onszelf wat kleiner maken, door de knieën gaan en de ander nederig de voeten wassen.
2 Comments
|
columns van peter
November 2024
|