Daar zaten we, onwennig op onze knieën in de Anglicaanse kerk van Barmouth (Wales). Naast me zit Marja, en daarnaast zitten onze vrienden. Net als wij doodgewone Woapenvelders, hoewel ze nog niet zolang geleden geëmigreerd zijn van de Veluwe naar het verre Drenthe, zie ik hen nog steeds een beetje als Woapenvelders. Tot nu toe hebben we met elkaar nog niet echt met een taalbarrière te maken. We verstoan mekoar nog bes’. Want zowel Drenthe als de Veluwe behoort tot het zogenaamde Nedersaksische taalgebied. De onderlinge verschillen zijn te verwaarlozen. Maar dat is daar in die dienst wel even anders. Zojuist hebben we het ‘Onze Vader’ in het Keltisch gehoord. Tenminste, daar gaan we vanuit, dat het Keltisch was. Het zou ook in het Russisch geweest kunnen zijn. In beide gevallen zou ik er geen chocola van kunnen maken. Gelukkig stond in de liturgie de Engelse vertaling ernaast. Het is dus wel vrij zeker dat het om het ‘Onze Vader’ ging. Maar nu zitten we op onze knieën, terwijl een mevrouw in een witte jurk – the pastor of the church - langs komt met brood en wijn. Want vandaag zou het ‘ the Lords Supper’ zijn, de Maaltijd van de Heer. Het gaat wel een beetje anders dan we gewend zijn. Onze kleine stukjes witte brood zijn vervangen door in stukken gebroken toastjes en onze druivensap is weer vervangen door echte wijn. En daar waar bij ons in Oldebroek de gewoonte bestaat om brood en beker rond te brengen, je kunt gewoon in je bank blijven zitten, worden we nu geacht met z’n allen in de benen te komen en op de knieën te gaan op een knielbank voor in de kerk. In Oldebroek zijn we niet zo erg van liturgische gewaden en zo, we komen van de Veluwe en daar houden we niet van apartigheid, maar hier liep de complete kerkenraad in een soort witte onderjurk. En geloof me, voor een Veluwse kerk zijn we echt niet heel ouderwets of zo, de dames mogen bijna alles in de kerk, maar het bedienen van het Avondmaal nou net weer even niet. En dat mocht hier in deze, in mijn ogen toch best traditionele, kerk in Barmouth, dus weer wel. Zo kan het gaan. In de kerk waren zo’n dertig mensen aanwezig. Hoofdzakelijk ouderen. Wat een verschil. In Oldebroek, in het bruisende centrum van de Biblebelt, puilen we zondag aan zondag met 500 volwassenen en 120 kinderen uit ons gebouw. En dan hebben we het alleen nog maar over ons eigen filiaal. Want er staan in Oldebroek nog een stuk of zes afsplitsingen van afsplitsingen, waarvan het merendeel ook uitpuilt. Eigenlijk ging alles een beetje anders dan thuis en dan maakte het ook wel leuk. De meeste liederen waren onbekend. Hoewel het overgrote deel van de dienst in het Engels werd gedaan, sprak de vrouwelijke collega zo snel dat ik ongeveer vijftig procent van de preek snapte, of andersom, vijftig procent niet snapte. Maar ook hetgeen ik niet begreep bracht ze zo enthousiast – vol van God betekent dat trouwens – dat ik het wel leuk vond. De lieve collega met haar witte jurk maakte ook nog gebruik van een beamer. Absolute troost was wel dat ook zij er niet mee kon omgaan. Op momenten dat plaatjes moesten verschijnen, verschenen ze niet, en op momenten dat ze niet moesten verschijnen, verschenen ze wel. Wat ik in ieder geval wel begreep was dat het ging over die twee mannen uit Emmaüs, die helemaal niet door hadden dat de vreemdeling die naast hen liep, de Opgestane zelf was. Dat was zo’n beetje de strekking van haar verhaal…..zien we eigenlijk wel wie Hij is! En hoewel we vanwege taal – en traditieverschillen lang niet alles meekregen in de dienst werd dit wel duidelijk. Het gaat erom dat we zien wie Hij is. En daar had deze vriendelijke, enthousiaste collega met witte jurk, afkomstig van de andere kant van de Noordzee, alle gelijk van de wereld. Dat is de inhoud! De rest is de verpakking. De inhoud is hoofdzaak, verpakking is bijzaak. Geen onbelangrijk onderscheid lijkt me zo. Dat mocht ik in ieder geval leren daar, tijdens de ontmoeting met deze aardige Welshmen. Je taal, je gebruiken, je jurk en je gewoontes kunnen verschillen, maar het gaat om Hem. Het gaat erom dat we zien wie Hij is. Een mooie ervaring, we mochten het zien, we mochten het een beetje horen, we mochten het voelen in onze knieën en we mochten het zelfs proeven. Ik dacht, als ik terug ben dan ga ik dat in Oldebroek vertellen.
0 Comments
|
columns van peter
September 2024
|