Sinds ik de respectabele leeftijd van 60 jaar heb bereikt betrap ik mezelf er steeds vaker op dat ik aan vroeger denk. Het schijnt een normaal verschijnsel te zijn, maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik me in het verleden wel eens geërgerd heb aan mensen die altijd over vroeger spraken. Vooral als er een waardeoordeel aan gekoppeld werd: vroeger was alles beter! Alsof Salomo in het boek der boeken (Prediker 7:10) al niet ernstig waarschuwde voor zulke onwijsheden. Veel generatiegenoten van mij zullen zich de sterk verzuilde samenleving van vroeger nog goed herinneren. Een verzuilde samenleving wordt gekenmerkt door het zogenaamde wij-zij denken. Wij, dat zijn de mensen binnen onze zuil, hebben tot op de punt en de komma ingevuld wat we moeten geloven, naar welke school onze kinderen moeten gaan, welke krant we moeten lezen, welke politieke partij we moeten stemmen en bij welke tv omroep we ons moeten thuis voelen (ik gebruik bewust het woordje ‘moeten’). Het liefst hadden we ook nog een eigen voetbal – of volleybalclub, zodat we in de pauze lekker kunnen kletsen over de mensen achter ons hoog opgetrokken muurtje die het allemaal helemaal verkeerd zien. Gelukkig hebben we van de generatie na ons geleerd – heel erg bedankt jongelui - dat veel van deze muurtjes geen bestaansrecht hebben. Wie de moed had om stiekem over het muurtje heen te kijken heeft namelijk ontdekt dat er ook aan de andere kant van de muur meer geestverwanten te vinden zijn dan in eerste instantie verondersteld is. Het lijkt erop dat sinds de grote muur in Berlijn is gevallen er in ons land ook heel wat kleine muurtjes naar beneden zijn gehaald. De afbraak van deze muurtjes heeft ruimte gecreëerd en frisse lucht gegeven. Voor velen een verademing….. Maar nu blijkt dat er opnieuw mensen zijn die heimwee lijken te hebben naar de hokjesgeest van vroeger. Met een nieuwe wij-zij verklaring wordt de media gezocht en opnieuw beleven we dat er in de christelijke wereld een scheidslijn van voor – en tegenstanders wordt getrokken. Hoewel ik niet graag in de discussie betrokken word, kan ik met die gedachte nog wel leven, maar dat de wij-zij verklaring onnodig mensen in het nauw drukt, acht ik in strijd met het karakter van de Joodse Rabbi die we met z’n allen beweren als inspiratiebron te beschouwen. Naar Zijn voorbeeld en naar mijn bescheiden mening mag je nu eenmaal niet iemand, die zich opgesloten voelt zitten met zichzelf, nadat hij of zij voorzichtig de kastdeur op een kiertje heeft gezet, bekogelen met verklaringen, of uit verband gerukte teksten, zodat het slachtoffer niet anders kan, dan maar gauw de deur weer dicht trekken, en zich verbergen achter de deur, waar het zo stik eenzaam kan voelen. De keerzijde van de medaille is overigens wel dat de tegenstanders van de verklaring aan de andere kant van de muur ook aan het bouwen zijn geslagen. Men is er maar druk mee, behalve dat er muren gebouwd worden, wordt er ook met modder over de muur gegooid. Aan beide kanten van de muur hebben we onze mening klaar over de ander, maar eerlijk en open gepraat wordt er in ieder geval nauwelijks meer. Wat zou het mooi zijn als dat gesprek weer op gang kwam. Voor – en tegenstanders die empathisch luisteren naar elkaars beweegredenen zodat het voor de slachtoffers minder eng wordt om de kastdeur weer op een kiertje te zetten. Ik weet het, het vraagt om moed, moed om tevoorschijn te komen. En voor muurtjesbouwers vraagt het ook om moed om liefdevol de hand te reiken aan mensen die er niet voor gekozen hebben te zijn wie ze zijn. Misschien is het beter dat we de verklaring in de prullenbak gooien en in alle bescheidenheid samen, voorstanders, tegenstanders en slachtoffers aan de voeten gaan zitten van die Joodse Rabbi bij wie liefde en waarheid zo perfect in balans zijn.
0 Comments
|
columns van peter
Mei 2024
|