Het is ongeveer een maand of negen geleden dat ik een column schreef onder de titel ‘Mijmeringen’. In die column keek ik als onlangs afgezwaaide pensionado, vol dankbaarheid terug op ons bijzonder verlopen gezamenlijke leven. In de laatste zin van de column gaf ik aan dat we vol verwachting de toekomst instappen, waarin we ongetwijfeld weer nieuwe dingen mogen oppakken. Nu, een aantal maanden verder, zijn we tot de pijnlijke ontdekking gekomen dat die toekomst ineens heel onzeker kan zijn. Sinds ik in oktober met, dacht ik, vrij onschuldige klachten een bezoek aan de huisarts bracht, ben ik in de mallemolen die de medische wereld is, terecht gekomen. Bloedonderzoek, biopten, scans worden ondergaan en inmiddels is duidelijk geworden dat ik de rest van mijn leven een hormoonkuur zal moeten volgen. Het woord ‘prostaatkanker’ bepaalt me ineens extra sterk bij de kwetsbaarheid van ons menselijk bestaan. Natuurlijk, je weet altijd al wel dat iedere dag je laatste dag hier op aarde kan zijn, maar een dergelijke diagnose doet je opnieuw realiseren hoe concreet dat kan worden. Als voorganger heb ik heel wat pastorale gesprekken gevoerd met mensen die getroffen zijn door erge ziekten. Vanaf de andere kant van de tafel heb ik daar ook vaak de impact van gezien. En nu het mezelf overkomt word ik me nog meer bewust van het effect op je gemoedstoestand. Ik heb altijd gedacht dat ik een stabiel karakter heb, en misschien is dat ook best zo, maar de gebeurtenissen van de afgelopen weken hebben me er wel bij bepaald dat ik lang niet waterdicht ben. De traanbuisjes worden meer dan eens grondig doorgespoeld. En zodoende leer ik een kant van mezelf kennen die ik me niet zo bewust was. De gebeurtenissen van de afgelopen weken hebben het leven van Marja en mij door elkaar geschud. We hebben samen veel gepraat, gebeden en gehuild en we zijn aan het denken gezet. Je wilt elkaar niet missen. Geld, bezit en vermaak zijn onbelangrijk, maar de gedachte alleen al dat het afscheid van je geliefden misschien dichterbij kan zijn maakt je verdrietig. Een vraag die me meermalen is gesteld is wat een dergelijk bericht met je geloof doet. In alle eerlijkheid kan ik zeggen dat ik niet boos ben, of met de ‘waarom-vraag’ worstel. Ik zou niet weten waarom de Almachtige mij zou moeten sparen voor lijden, ziekte of verdriet. Ik heb geen streepje voor omdat ik toevallig jarenlang op het christelijke erf actief ben geweest. Omdat Hij almachtig is kan Hij een wonder van genezing doen, daar geloof ik heilig in. Dat kan Hij door als het ware met de vingers te knippen, maar ook met behulp van medicijnen. Daarvoor heeft Hij zelf immers aan medici de wijsheid gegeven. Maar een garantie voor genezing is er niet, wat sommige succes-predikers ons ook willen laten geloven. Wat ik wel weet is dat diezelfde Almachtige in de donkere dalen van het leven trouw is en nooit loslaat. En wat ik ook weet is dat je in zo’n dal niet zonder andere mensen kunt. Marja en ik zijn dankbaar voor en weten ons bemoedigd door meelevende appjes, kaartjes, bloemetjes, telefoontjes en niet te vergeten door de gebeden van geloofsgenoten. Hoe bidden precies werkt weet ik niet, maar dàt het werkt weet ik zeker en dat hebben we ook ondervonden. Wat de nabije toekomst betreft is de verwachting dat de kuren de ziekte langdurig zullen afremmen. Daar gaan we dan ook voor. Het is afwachten of de bijwerkingen me gaan hinderen in het oppakken van het ‘normale leven’ van preken, wandelen, kamperen, mensen ontmoeten, etc. Ik hoop van harte dat me dat gegund is. En wat de verre toekomst betreft is er een geweldige perspectief. Mooier dan de groep Sela het zingt kan ik het niet verwoorden: U geeft een toekomst vol van hoop! https://www.youtube.com/watch?v=0czjb1Wze20
3 Comments
|
columns van peter
November 2024
|